|
Vrijdag 7 februari 2014 in Oss
King Of The World en Good Meat bouwen een muzikaal feestje in de Groene Engel
Tekst: Wil Wijnhoven
Foto's: Wil Wijnhoven
Het is al jaren geleden dat ik een optreden bezocht heb in de Groene Engel in Oss. En eigenlijk is dit podium nog niet eens zo ver van mij vandaan. Maar om de een of andere reden is het er eigenlijk niet van gekomen.
King Of The World heeft mij getriggerd om toch eens naar de Groene Engel te komen. Ik wil de band ook eens aan het werk zien zonder dat ze een festival moeten openen zoals de laatste keer in Hoogeveen. Dat is mijn doop geweest voor wat betreft K.O.T.W. en daar hebben ze me niet echt kunnen overtuigen. En een band beoordelen op één liveoptreden en daar conclusies aan verbinden is niet fair.
Dus op naar Oss naar K.O.T.W. en de support-act Good Meat een band uit Haarlem met daarin jongens van rond de twintig jaar.
De jonge honden van Good Meat verzorgen de aftrap en ondanks dat het voor menigeen geen ‘blues’ is ben ik toch onder de indruk van hun muzikaliteit maar ook van hun muziekstijl. Zelfs omschrijven ze het als bluesrock en dat ze zich hebben laten inspireren door onder meer: Howlin Wolf; Tom Waits en The Doors is wel te horen. En vooral de stijl van de laatste band komt heel erg duidelijk naar voren.
Zelfs de performance van frontman Donald Madjid vertoond enige gelijkenis met Jim Morrison. Maar ook door het gebruik van de philicorda, waarmee je dat soundje kunt creëren is daar debet aan.
Met een nummer als ‘Desert Blues’, wat terdege ‘echte’ blues invloeden in zich heeft, laten ze duidelijk horen dat ze de blues in zich hebben.
Het mooie van de band is dat ze eigen werk spelen en deze songs erg fraai zijn dat bewijzen ze met: ‘I Ain’t Cleaning The Dishes No More’.
Met een mengelmoes van muziekstijlen en als hoofdmoot de blues ben ik onder de indruk van Good Meat geraakt. Het bewijst nog maar eens dat er voldoende talent in de blues aanwezig is om de oude garde, met enige respect, aan te vullen en zelfs op te volgen. Van deze jongens gaan we zeker nog veel horen. Al hoewel ze al flink de trom roeren met hun inmiddels twee uitgebrachte EP’s en hun optredens in de ‘Popronde’.
Maar hoe goed dat de support-act ook is, het overgrote deel van het publiek komt toch voor King Of The World. Misschien wel de Nederlandse ‘super formatie’ gezien de namen en de kwaliteiten die het kwartet met zich meedraagt. En wie kent ze niet: Erwin Java op gitaar; Ruud Weber, zang en bas; Govert van der Kolm, toetsen en Fokke de Jong achter de drumkit. Absoluut niet de minsten in de muziek en dat zij zich gevonden hebben in een bluesband is misschien voor een buitenstaander wel uniek. Voor de kenners is dit een uitvloeisel van kwaliteiten die zich gevonden hebben.
De eerste keer dat ik ze live aan het werk gezien heb is tijdens het ‘Tamboer-bluesfestival’ in Hoogeveen. Toen openden ze daar het festival en moet ik eerlijk zeggen dat ik destijds meer had verwacht.
Ruim een jaar later ben ik helemaal overstag van hun muziekstijl maar zeer zeker ook van de gedrevenheid en het plezier wat de mannen hebben en uitdragen.
De setlist is samengesteld uit werk van hun eerste album met daarnaast enkele nummers van hun nog uit te komen album. Lekkere blues met invloeden uit New Orleans maar hier en daar ook wat funk.
Met een nummer als: ‘Let’s Go Get Stoned’ of het nogal stevig uitpakkende ‘Hurricane’ laten ze twee uitersten horen van hun kunnen. En eerlijk is eerlijk wat klinkt dat allemaal fraai, buitengewoon fraai zelfs.
Ruud Weber is niet alleen een hele strakke bassist die voortreffelijk aan de baskabels plukt maar ook een goede zanger. Een zanger met een heel rustig stemgeluid die als een deken over je heen geslagen wordt. Erwin Java pakt eens stevig uit op ‘Hurricane’ en ‘Better Leave While You Can’. Hij laat zien en horen dat hij een ‘top-gitarist’ is.
Erg onder de indruk ben ik echter van ‘Can’t Go Home’, opgedragen aan Harry Muskee, een pakkende ballad die op en top blues uitstraalt.
Govert van der Kolm houdt het niet alleen bij het ‘normaal’ spelen van zijn keyboards maar hij doet het zelfs met zijn voeten en zijn ‘kont’. Geweldig om te zien hoe hij opgaat in de band en hun muziek. Hij gaat helemaal uit zijn plaat, zo heb ik hem zelden gezien, als een jong veulen dat voor de eerste keer in de wei los gelaten wordt. En dan heb ik het nog niet eens gehad over Fokke de Jong. De band kan nog zo goed zijn maar als de ritmesectie niet klopt is er al veel verloren. Op een drummer als Fokke kun je bouwen, zijn timing is goed, zijn ritmegevoel is prima en hij is een puike bluesdrummer. Daarmee heb je als band een ijzersterke basis die in iedere song staat als een huis.
Met een pakkende toegift besluit de band een voor mij geweldig optreden waarmee de band mij als ‘fan’ in de armen kan sluiten. Het publiek en ik hebben genoten van een pakkend optreden met stevige muziek maar ook hele pakkende nummers die je raken, diep raken. |
|